Ademhalingsproblemen ten gevolge van het
“kortsnuiten-syndroom”
Door de jaren heen is steeds meer bekend geworden over wat het syndroom precies inhoudt
en wat de beste aanpak van het probleem is. We spreken van het brachycefale syndroom als er
sprake is van ademhalingsproblemen bij brachycefale (= kortsnuitige) honden. Niet het
“normale” snurken, maar vooral als er bij geringe inspanning extra ademgeluiden ontstaan.
Bij de hond zijn de ademhalingsorganen niet alleen bestemd voor ademhaling, maar ook voor
de koeling. De hond kan namelijk niet transpireren zoals de mens, maar zal door middel van
snel en oppervlakkig hijgen (panting) vocht verdampen vanuit zijn ademhalingsorganen en de
tong en op die manier afkoelen. Het is logisch dat de koeling effectiever zal zijn als er meer
lucht verplaatst kan worden door de ademhalingsorganen. Er zal dan namelijk meer lucht de
slijmvliezen passeren en er zal meer vocht verdampen waardoor dus betere afkoeling kan
plaatsvinden.
Het opwarmen van een hond komt door activiteit. Hiermee bedoelen we zowel lichamelijke
activiteit als geestelijke activiteit. Een hond die zeer gestresst is zal ook veel warmte
produceren. Naast activiteit van de hond is de omgeving een zeer belangrijke factor. Warm en
vochtig weer zorgt er voor dat de hond zichzelf slecht zal kunnen koelen. Vaak kunnen we dit
merken aan het gedrag van de hond. Hij gaat snel liggen plat op zijn buik, liefst op een koele
en/of vochtige ondergrond. Een derde factor die verantwoordelijk is voor het snel opwarmen
van de hond is het niet goed kunnen hijgen dit ten gevolge van niet optimaal aangelegde
ademhalingsorganen. De laatste oorzaak wordt ook wel het brachycefale syndroom genoemd.
Het gevolg van het opwarmen van het lichaam is dat de hond oververhit raakt (de
lichaamstemperatuur wordt hoger dan 41 graden Celsius). Het beste wat u in zo’n geval kunt
doen is uw hond zo snel mogelijk afkoelen. Dit gaat het snelste door gedurende 10-15
minuten koel stromend water over de hond te gieten of de hond in koud water te zetten. Het
werken met koelelementen uit de diepvries kan ook vaak goed helpen om de
lichaamstemperatuur zo snel mogelijk weer minnen de normale grenzen (38.0 tot 39.0 graden
celcius). Mocht oververhitting plaatsvinden dan is het erg belangrijk om zo snel mogelijk naar
een dierenarts te gaan, nadat uw huisdier weer zijn normale temperatuur heeft bereikt.
Doordat de eiwitten in het lichaam niet tegen hoge temperaturen bestand zijn (denk aan het
koken van een ei) worden de lichaamsfuncties ontregeld. Indien niet snel en adequaat wordt
ingegrepen kan dit de dood tot gevolg hebben.
Het brachycefale (of kortsnuiten) syndroom komt frequent voor bij Engelse en Franse
Bulldoggen, Mopshondjes, maar ook bij bijvoorbeeld de Chowchow, Boxer, Boston Terrier,
Pekingees en Shi Tzu wordt dit probleem gezien. Het syndroom is een verzamelnaam van een
aantal aandoeningen:
• Te nauwe neusgaten
• Vergrote amandelen (tonsillen)
• Te lang verhemelte
• Het aanwezig zijn van overmatige slijmvliesplooien in de keel, net voor het
strottenhoofd.
• Een strottenhoofd wat niet mooi van bouw is (larynxdysplasie);
• Het aanwezig zijn van valse stembanden
• Een te smalle en/of doorgezakte luchtpijp (hypoplasie van de trachea)
Een hond kan last hebben van één aandoening of een combinatie van deze aandoeningen. Alle
aandoeningen geven min of meer hetzelfde beeld. De hond heeft problemen met de inademing
en produceert snurkende en rochelende geluiden bij de ademhaling. Soms kan dit gepaard
gaan met het opgeven van speeksel (wit taai slijm), soms wat water of voedselresten. Door de
bemoeilijkte ademhaling wordt het slijm wat normaal in de long geproduceerd wordt niet op
de normale wijze door de luchtpijp afgevoerd, maar wordt tot schuim ‘opgeklopt’ wat de
ademhaling weer bemoeilijkt. Omdat het slijm de long minder goed kan verlaten krijgen
bacteriën weer eerder de kans om een bronchitis of longontsteking te veroorzaken
De procedure van onderzoek en behandeling is als volgt.
Eerst wordt de hond goed bekeken en natuurlijk zijn de neusgaten vanaf de buitenzijde goed
te beoordelen. Afhankelijk van de aard van de klachten zal er meestal een röntgenfoto
gemaakt worden van de longen en de luchtpijp. Dit wordt gedaan om een mogelijke bronchitis
it te sluiten en de bouw van de luchtpijp te bekijken. Als hier geen duidelijke afwijkingen
u
naar voren komen wordt een afspraak gemaakt om onder narcose met een scoop in de keel,
luchtpijp en slokdarm te kijken. U als eigenaar kunt dit volgen op een tv-scherm. Aan de hand
van de bevindingen wordt besloten of operatie mogelijk en zinvol is of dat medicamenteuze
behandeling de juiste weg is. Is een verhemelte te lang dan zal dit ingekort kunnen worden,
bij te grote tonsillen of grote valse stembanden worden deze verwijderd. Bij een hond met
larynxdysplasie is door middel van operatie geen behandeling mogelijk. Soms kan een
medicamenteuze behandeling verlichting brengen. Dit zal vaak gecombineerd moeten worden
met een goed bewegingsadvies.